Sunday, October 14, 2012

Schotland Outer Hebrides.



Dinsdag 10 juli
IJmuiden - Newcastle
Zon 22 graden
Wind 2-3 Bft.

Om drie uur rijden we naar IJmuiden om daar in te schepen naar Newcastle. De overtocht verloopt onder rustige omstandigheden. Het eerste stuk prachtig weer maar naarmate we verder uit de Nederlandse kust varen neemt de bewolking toe en begint het te regenen.
We hebben aan boord een kleine hut achter in het schip. Het is lawaaierig door de motoren en ik slaap dan ook erg onrustig.


Woensdag 11 juli
Newcastle - Oban
Afstand: 363 Km
Weer: regen
Temp. 14 - 15 graden

Onder erbarmelijke omstandigheden rijden we naar Oban. De regen houdt niet op en zet af en toe een stuk weg onder water. Het Schotse landschap is prachtig en onveranderd groen. We hebben gekozen voor de route langs de kust en komen langs Edinburgh.
In de nabijheid van Oban klaart het op en eenmaal op de camping aangekomen is het prachtig weer. In de loop van de avond maken we kennis met de overige deelnemers van de groep. Ray Goodwin sluit zich later bij ons aan. Er is meteen overleg hoe laat we vertrekken naar Lochboisdale en waar we de auto's parkeren.


Donderdag 12 juli
Oban – Loch Boisdale
Afstand: veerboot 100 Nm kajak 4 Nm
Weer: zon
Temp 18 graden
Wind 2-3 Bft

Rond 14.00 uur rijden we naar Oban, parkeren we de auto's en dan kan de grote inpakklus beginnen. Tijdens vorige expedities heb ik een strategie ontwikkeld om mijn boot in te pakken zodat ik alles goed terug kan vinden als ik iets nodig heb Het verschil zit in het feit dat ik van alles meer mee heb. Daarmee bedoel ik ook de 14 liter drinkwater die ik gedeeltelijk in de cockpit meeneem en de maaltijden voor de 8 vaardagen.
De een heeft meer moeite om alles in te pakken dan de ander maar naar verloop van tijd zie ik de stapels spullen kleiner worden ten teken dat de boten voller worden. Ik heb nog ruimte over en besluit nog een dikke trui mee te nemen. Het kan behoorlijk koud zijn op de Outer Hebrides. Op het laatste moment koop ik nog een thermoshirt die ik ook nog weg weet te proppen.
Rond 15.00 uur staan de kajaks op wielen op de kade klaar om scheep te gaan. De overtocht zal ongeveer 6 uur duren. De overtocht kost 25 pond voor een retour en wordt zwaar gesubsidieerd door de overheid. Dit met de intentie het toerisme te bevorderen en de ontvolking van de eilanden tegen te gaan.
De kajaks worden na de auto's op het dek gezet. Er is ruimte genoeg. Voor ons is het nu tijd om te ontspannen en op het bovendek van het uitzicht te genieten. We varen langs Kerrera, Lismore Island en door de sound of Mull. Het stadje Tobermory roept weer allerlei goede herinneringen op aan vroegere vakanties. Op afstand zien we Muck, Eigg en Rhum nog liggen en dan is er verder niets dan water.
Laat in de avond komen we aan in Loch Boisdale. In rap tempo moeten we van boord want het veer moet snel verder. En daar staan we dan op een bijna verlaten kade, een paar huizen, een hotel en verder niets.
Op een kleine afstand staat een boeren familie hun nieuwe tractor te bewonderen die net van de veerboot is af komen rollen.
We gaan op onderzoek uit waar we de kajaks te water kunnen laten. Het is een vreemd gevoel; 23.00 uur in de avond, het is nog licht en we maken ons klaar om te gaan varen. Er is een trailer helling. Hier kunnen we eenvoudig het ruime sop kiezen.
Ray wil een kampeerplek zoeken bij een zandstrandje. In de wijde omgeving is er echter geen zand te vinden. Dan maar een plek tussen de grote rotsblokken. Toch neemt het nog behoorlijk veel tijd om een geschikte plek te vinden. Het begint te schemeren we kiezen voor de minst slechte landingsplaats. Draagbanden voor en achter en met vier personen tillen we kajak voor kajak over het gladde kelp en door de slik naar de plek waar we het kamp voor de nacht opslaan. In de verte steken een paar witte huizen fel af tegen de donker wordende lucht.
Het hoge groene gras is ideaal om je tent op te zetten; het vormt een bed waar je heerlijk op tot rust kunt komen.

Vrijdag 13 juli
Lochboisdale – South Uist (Bagh Mor)
Afstand 17 Nm.
Weer half bewolkt
Temperatuur 15-16 graden
Wind noordoost 5-6 Bft

Afgesproken is dat iedereen om 08.00 klaar zou staan bij de kajak. De start van de eerste dag is niet goed. Op de afgesproken tijd zit er nog één persoon met een berg spullen rond de kajak die er eigenlijk al in zouden moeten zitten. De anderen zijn al bezig de kajaks door een dikke laag slijk naar het open water te tillen.
Het plan is om vandaag noord te varen naar Loch Aineort. Als we eenmaal uit de beschutting van de baai zijn blijk het behoorlijk ruig te zijn. Bij ieder landhoofd gaat Ray eerst een kijkje nemen of het mogelijk is door te gaan. Bij Ruhba na Creige Moiré wil hij dat ik bij hem kom varen. Behoedzaam ronden we het landhoofd en komen vol in de wind en golven. Zover als het oog rijkt zijn er witte brekers te zien, we kijken elkaar aan: het is niet verstandig door te gaan. We besluiten terug te gaan en een kampeerplek te zoeken in de baai van Caolas Eirisgeigh. We varen nu met de wind in de rug. De golven zijn hoog en het is leuk surfen. Na Rubha Ordaig wordt het aanmerkelijk rustiger. Bij Bun Sruth varen we een prachtige baai in. Het is een volledig andere wereld waarin we terecht komen. Het is bijna windstil en het water is als een spiegel. De heuvels zijn glooiend en groen. Een paar zeehonden spelen voor ons in het water. We wachten op de kentering en hebben dus tijd om de baai wat verder te exploreren.
Na de kentering varen we met de stroom in de rug naar een strand op South Uist net voor de dam om een kampeerplek te zoeken. Er zijn geen luwe plekken te vinden en de wind op de open ruimte maakt het behoorlijk koud.


Zaterdag 14 juli
South Uist - Barra
Afstand: 12 Nm.
Weer: zon
Temperatuur: 12-13 graden
Wind: noord noordwest 4 Bft


We moeten om 08:30 vertrekken maar net als gister is er een boot nog niet ingepakt. Drie kwartier later zitten we dan toch op het water richting de Causeway die Barra met Vatersay verbindt om onder de brug door naar het westen te varen, de oceaan op. De stroom hebben we behoorlijk tegen en met enige moeite varen we door de opening in de dam die is opgetrokken uit enorme blokken basalt.
Aan het einde van de dam op Eriskay is een strandje. Iets hoger op het duin staan een paar huisjes. We lopen naar boven om te kijken of we de watervoorraad kunnen aanvullen. Bij een van de huisjes staat de deur open. Ik roep, een hond begint te grommen en te blaffen. Een oude dame komt in de deuropening, “mogen we water bij u tappen”? “Maar natuurlijk”, is haar antwoord, “loop maar naar de keuken”. Ik kijk naar onze uitrusting. We zijn nat en we zitten onder het zand, geen probleem loop maar door. Even later staan we met een paar mensen in de keuken bij de oude dame. Zand en water op de vloer, ze vindt het prachtig en we babbelen er lustig op los. Als we klaar zijn wil ik de bende opruimen, maar daar komt niets van in. "Mijn kleinzoon ruimt de boel straks wel op". We bedanken haar hartelijk en zij bedankt ons voor ons bezoek. Wat is het mooi in de wereld.




We zetten koers naar Barra. In de Sound of Barra zorgt de noordwesten wind voor behoorlijke golven. We varen richting de eilanden Gighay en Hellisay om een pauze plek te zoeken aan de binnenzee tussen de eilanden. Ook hier is het in de beschutting heerlijk rustig. Na de lunch is het tijd voor een stevige klim. Meall Mor is 75 m hoog en geeft ons een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Vanuit de hoogte zien we onze kleurige bootjes in de diepte liggen.
We varen de baai uit door een kleine doorgang aan de oostkant, ronden Meall Mor en varen de Sound of Hellisay in om vervolgens tussen de eilanden Floddaigh en Fuidheigh door te varen.
Links in de verte ligt het enorme strand van Barra dat bij eb als vliegveld gebruikt wordt.
Het wordt tijd om een slaapplaats te zoeken. Ray vaart een smalle baai in. Aan het eind loopt een groene heuvel waar we de tentjes op kunnen zetten. In vroeger tijden hebben hier mensen gewoond, de fundering van een huis getuigt hier nog van. Bij eb is duidelijk te zien dat er ook boten op het droge getrokken konden worden.


Er staat nog steeds een harde wind die koud aanvoelt. We gaan op zoek naar hout om een kampvuur te maken. Er ligt verbazingwekkend weinig brandbaar materiaal. Toch lukt het om een paar pallets en planken te vinden. De warmte voelt weldadig aan.












Zondag 15 juli
Barra - Sandray
Afstand: 11 Nm.
Weer: bewolkt en een enkele bui
Temperatuur: 12-13 graden
Wind: zuidwest 4-5 Bft

Ik word vroeg in de morgen wakker door de regen, die tegen het tentzeil aan klettert. Nog voor ik me realiseer dat ik de boel nat moet inpakken vind ik het heerlijk en gezellig in de warme slaapzak.
Niets is zo erg als je tent nat inpakken. Toch moet het vandaag. Het doet pijn dit idyllische plekje te moeten verlaten. Het water staat laag. Het is goed te zien dat de bodem in vroeger dagen egaal gemaakt is om met boten aan te landen. Door de nauwe doorgang varen we de baai uit de open zee op richting Castlebay. We kunnen dicht onder de woeste grillige kust varen. De enorme rotsblokken maken diepe indruk en geven aan hoe klein en nietig we zijn. Stel je eens voor hoe de zee hier al miljoenen jaren tegenaan beukt.
Na een korte pauze op een prachtig zandstrand varen we de baai van Castlebay in.


Het kasteel op een eiland waakt al eeuwen over het dorp en de zee. In Castlebay kunnen we de laatste inkopen doen en water inslaan voor de komende tijd. In een eettentje aan de haven genieten we van een heerlijke Cheeseburger en een echte cappuccino. En dan is het wachten tot het getij keert en we weer verder kunnen.
Ray is voorzichtig met de oversteek van de Sound of Sandray, met een deining vanuit de oceaan kan het hier behoorlijk spoken. Met een stevige zuidoostelijke wind wil je hier met de kajak echt niet zijn! Het valt mee, de zee is rustig en met doodtij verloopt de oversteek soepel. Ook nu weer landen we op een prachtig zandstrand. We kamperen op een soort schiereiland in het hoge zachte gras.
Heleen neemt iedere dag een duik ik zee en daagt ons uit dit vandaag ook eens te doen. Volgens haar is het niet koud. Ik voel ook wel voor een wasbeurt. En daar sta je dan naakt op het strand, flesje zeep in je handen met water dat de twaalf graden niet haalt. Het is koud, erg koud, de wasbeurt gaat dan ook in een razend tempo om vervolgens weer snel de warme kleren aan te doen.


The Mingulay Expedition
Maandag 16 juli
Sandray - Mingulay
Afstand: 11 Nm.
Zon: temperatuur 14 tot 16 graden
Wind: noordwest 3 Bft

We zijn inmiddels gewend aan vroeg opstaan. Vandaag hebben we geluk en mogen we uitslapen. Om 10.00 uur staan we klaar voor vertrek. Ray is nog in overpeinzing wat te doen.
Stoppen we nog voor een overnachting op Pabbay of varen we vandaag door naar Mingulay. Het feit dat er door XC-Weather voor donderdag slecht weer voorspeld wordt, zet de planning onder druk. We tillen zwaar aan deze voorspelling omdat dit weerbericht tot nu toe betrouwbaar is gebleken en er een zekere consistentie in zit.
Onder een strak blauwe hemel verlaten we het prachtige zandstrand. Er is nauwelijks branding en we zetten een koers uit om de Sound of Pabbay over te steken.
De oversteek is maar een paar mijl en vanuit het westen wordt de deining gebroken door een aantal rotsen en kleine eilandjes. Het lijkt allemaal erg lieflijk maar deze wateren zijn berucht om de gevaarlijke stroming en golven bij harde zuidoosten wind. We schieten goed op en na een kort overleg besluiten we om niet te kamperen op Pabbay maar ook de Sound of Mingulay over te steken. Het is nog rustig en hier missen we de beschermende eilandjes aan de westzijde. Aangezien er weinig wind staat nemen we gelegenheid ten baat voor een rustige oversteek. Na ruim anderhalve mijl ligt ons doel onder handbereik. Ook nu weer varen we met voortschrijdend inzicht. De zon staat hoog aan de hemel, weinig wind, waarom zouden we de kans niet nemen om gelijk om Mingulay heen te varen en de hoge rotskust aan de westzijde bewonderen.
U begrijpt het al, we doen het.

De Sound of Berneray die tussen Mingulay en Berneray ligt is smal. We hebben het getij inmiddels tegen en moeten dus flink werken om de oceaan op te komen. Door de stroming en de inkomende golven is het behoorlijk onrustig in de sound. Ray vraagt of ik naast hem wil komen varen om zo samen te kijken of we naar buiten kunnen varen.


Eenmaal aan de westzijde komen we onder invloed van de oceaandeining. Het lijken wel muren van water van zo’n twee meter hoog die voort rollen en met kracht tegen de hoge steile rotskust beuken. De reflectie is bizar, het is opletten geblazen in deze soepketel. We varen op veilige afstand van de hoge muren en al snel wen ik aan deze heksenketel. Alles hier is imponerend! De golven, de rotskust en de blowholes! Ik kan er geen genoeg van krijgen! De doorlopende kolkende beweging van het water heeft ook invloed op ons. Ik zie iemand bleek en stil worden. Bij deze persoon slaat de zeeziekte toe en er moet gesleept worden. Soepel wordt er aangehaakt en de lijn loopt uit. We varen door een ‘eddy’, die we tegen hebben. Het duurt even voordat we in de luwte van de eilandjes komen met de tot de verbeelding sprekende namen als Creag a’ Bharnaich, Sgeir nan Uibhein en Solon Beag. Probeer ze niet uit te spreken, het lukt waarschijnlijk niet en mogelijk breekt je er je tong over. Na het geweld aan de westzijde werkt de rust van de oostzijde helend. Zo woest, steil en donker de westzijde van het eiland Mingulay zo groen en glooiend is de oostzijde. We landen op het prachtig blanke zand van Mingulay Bay. Voor de patiënt zoeken we een plekje in de zon onder aan het duin. Een grote groep zeehonden houdt ons nauwlettend in de gaten, als we onze boten hoger op het strand zetten. De meewarigheid straalt ze uit de ogen. Je ziet ze denken: “Wat slepen de mensen een rommel mee”. De tentjes worden opgezet, er wordt wat gegeten en dan is het tijd voor een wandeling. Er staan nog een paar ruïnes die er aan herinneren dat hier in vroeger dagen mensen gewoond hebben. Op de heuvels is te zien dat men aan landbouw gedaan heeft. Er is ook water te vinden in de vorm van een klein stroompje en een paar poeltjes. Het moet een hard bestaan zijn gewees. Er zijn geen paden dus zoeken we zelf een weg door het hoge zachte gras wat doorspekt is met bloemen in prachtig sprekende kleuren.


Na een flinke klim staan we op de hoge klif waar we een paar uur geleden vol bewondering tegenop hebben gekeken. Van deze hoogte ziet de oceaan er bijna lieflijk uit. De rotsen blijken vol van leven. De vogels die hun nesten tegen de steile wand aan hebben gebouwd vliegen af en aan. Ademloos bewonderen we de prachtige natuur. Terug op de kampeerplek horen we dat Ellen jarig is. Kees en ik besluiten ons voor het eerst sinds dagen te scheren zodat we Ellen met een zachte wang kunnen kussen. In de avond vieren we de verjaardag onder het gezang van de zeehonden en met een slokje wijn of whisky.




Dinsdag 17 juli
Mingulay - Pabbay
Afstand: 13 Nm.
Weer: Eest zon later toenemende bewolking met regen temperatuur 12 tot 14 graden
Wind: noordwest 3 Bft draaiend oost 4-5 Bft

Gisteravond laat ben ik om hoog gelopen om via de marifoon naar het weerbericht te luisteren. De voorspellingen over 48 uur lijken niet goed, maar de ontvangst was slecht en niet alles is duidelijk door gekomen. Om 06.00 uur loop ik opnieuw de heuvel op, gelukkig is de ontvangst nu beter. Het is nu wel duidelijk dat het weer er de komende dagen er niet beter op wordt. Ik overleg met Ray wat ons te doen staat.
Om 11.00 uur laten we het prachtige strand achter ons en zetten koers naar Berneray. Het ligt in de bedoeling om beide eilanden te ronden. We varen naar de oost punt van Berneray om tussen het eiland en de rotspunten van Rubha Niosaim door te varen. Het water kolkt woest om de scherpe rotspunten. Kees praat er al een tijdje over en nu gaat het gebeuren. Op dit meest zuidelijke puntje van de Outer Hebrides moet er gerold worden. Ik moet er even niet aan denken in dit koude water. Nu we weer bloot staan aan de invloeden van de oceaan blijkt het niet rustiger te zijn geworden zoals we aanvankelijk dachten.
Hoog boven ons torent de witte vuurtoren van Berneray boven ons uit. Ik bedenk me hoe het hier moet zijn met een westerstorm. Er gaat een verhaal dat er op deze 200 meter hoge rots schelpen liggen die er niet door mensen of vogels neergegooid zijn.
We laten het plan varen om Mingulay opnieuw te ronden en keren door de Sound of Berneray terug naar de luwte van de oostzijde. Op afstand passeren we het prachtige strand waar we goede herinneringen aan hebben. Ray is bang dat we bij de volgende oversteek te veel naar het oosten gezet worden en besluit door de nauwe doorgang tussen Mingulay en Solon Mor naar het westen te varen.

De doorgang is maar een paar meter breed met een aardige golfslag. Oplettend kruipen we erdoor en zetten eerst een westelijke koers uit om vervolgens met de stroom naar Pabbay te zeilen. Vlak onder de kust staat een ‘eddy’, die ons tegen houdt. Stug ploeteren we er doorheen. Op een goed moment komt het water onder de boot van Ray heftig in beroering. Hij blijkt over een Basking Shark of reuzen haai gevaren te zijn. Dit dier voedt zich met krill en plankton en kan wel tien meter lang worden. Blijkbaar storen we hem bij de lunch en langzaam zien we de rug en staartvin verdwijnen. Opnieuw landen we op een goudgeel strand. De lucht is inmiddels betrokken en de wind uit oostelijke richting is aangetrokken. We lunchen en dan loop ik met Ray naar een plek waar we bereik hebben en het internet kunnen raadplegen voor de laatste weersverwachtingen. Morgen neemt de wind opnieuw af. Deze opening zullen we gebruiken om naar Castlebay te varen. Vandaag slaan we ons kamp hier op. In 1910 hebben de laatste bewoners het eiland verlaten. Er staan nog wat restanten van wat eens een huis was en een grafheuvel. Ook loopt hier een beekje met kraak helder water die uitloopt in een poel op het strand. In de stromende regen zetten we onze tenten op. Het is koud en de wind is flink aangetrokken. Het voelt raar maar ik vind dat deze omstandigheden op deze verlaten plek thuis horen.
Dirk heeft zijn tent met tarp in de restanten van het huis opgetrokken. Tot laat in de avond zitten we daar met een klein groepje te bomen terwijl de verhalen sterker, en de bekers leger worden.

















Woensdag 18 juli
Pabbay – Barra (Castlebay)
Afstand: 9 Nm.
Weer: regen in de ochtend, later opklaringen
Wind: noordoost 3 -4 Bft

Het is 06:00 uur en het regent nog steeds. Het kleine beekje naast de tent is een echte rivier geworden die nu over het strand in de zee uitmondt. Om 08:00 uur moeten we in de boten zitten en ondanks het slechte weer lukt dat ook. Ray wil in één keer terug naar Castlebay omdat er voor morgen een storm voorspeld wordt. Als we ergens blijven vastzitten halen we de veerboot niet dus steken we twee zeegaten over. Ray wil zoveel als mogelijk gebruik maken van de stroming. Na Pabbay vaart hij via een ‘eddy’ naar het westen om vervolgens met de stroom naar de westpunt van Sandray te koersen. Vervolgens varen we tussen Sandray en Vatersay door. Het is een korte tocht, rond 11.00 uur landen we in Castlebay en kunnen we de middag gebruiken om het kleine stadje te verkennen en het plaatselijke bier proeven. Als ik bij de barjuffrouw een blond bier bestel zegt ze: “Ik ben de enige blonde hier en ik ben niet te drinken”. Oké, doe dan maar een gewoon biertje. Om 18.00 uur gaan we scheep naar Oban om daar om 24.00 uur aan te komen. De kajaks gaan snel van de ferry, de auto’s in rap tempo geladen en op naar de camping om je tent in het donker op te zetten.


Donderdag 19 juli
Oban
Weer: zon
Wind: variabel 2 – 3 Bft

Heerlijk eerst uitslapen en dan een scheerbeurt en een heerlijke douche. De middag gebruiken we voor een heerlijke tocht rond het eiland Kerrera. Een tochtje die ons ook langs de haven van Oban voert waar de ferry’s af en aan varen.
Morgen nog een dag op de Inner Hebrides!

Sunday, June 17, 2012

Rondje Texel

Datum: zaterdag 3 juni en zondag 4 juni Wind: zaterdag noordwest 4 Bft zondag oost noordoost 4 Bft Weer: zaterdag half bewolkt 14-15 graden Zondag bewolkt met af en toe een bui 12 graden Afstand: 2x 17 Nm. Het is de hele week voorafgaande aan de tocht onstuimig met een wind uit het noordwesten die varieert tussen de 3 en 7 Bft. De aankondiging in het boekje van Peddel Praat is duidelijk, bij een windkracht van 5 Bft of meer gaat de tocht niet door. Op maandag 28 mei geven zich 5 mannen en 2 vrouwen zich op waarvan er 1 vrouw aangeeft mee te varen naar paal 9 om daar de tocht af te breken. 2 mensen ken ik persoonlijk en de rest geeft voldoende referenties af om me gerust te stellen dat ze mee kunnen allen geven aan ZV te hebben of ZV waardig te zijn. Op vrijdag wordt duidelijk dat de wind afneemt en de voorspelling voor zaterdag komt te staan op 4 Bft. Thierry en ik besluiten dat de tocht doorgang kan vinden hoewel de aangegeven golfhoogte bij de KNMI van 1 tot 2 m aangeeft en Windguru tussen de 1.80 en 2 m wat mij toch enige zorgen baart. Ruim op tijd staat iedereen klaar op Lands End en wil graag verterekken. Het strandje ligt er zoals afgesproken en kunnen we eenvoudig instappen en kunnen we aan de oversteek van het Marsdiep beginnen. Het is behoorlijk ruig en de stroomsnelheid is groot. Thierry en ik spreken af om op de Hors even aan land te gaan om te kijken hoe ruig het is op het Molengat. Het blijkt mee te vallen en als we op het Molengat varen blijkt het veel rustiger te zijn dan op het Marsdiep. Het punt komt in zicht waarbij Ria de groep gaat verlaten. We wachten even om te zien dat ze veilig aan land komt en varen daarna verder. Langzaam maar zeker varen we uit de luwte van de Noorderhaaks en worden de golven hoger. Het wordt opletten geblazen en zo nu en dan moet ik Ton toeroepen in te houden omdat de groep uit elkaar dreigt te vallen. Er is een achterblijver die toch wat geïmponeerd raakt door de muren van water die op ons afkomen. Links van ons en voor ons zijn duidelijk brekers zichtbaar waar we niet in willen komen. Om naar het strand te gaan voor de lunch is geen optie we kunnen zeker landen op het strand maar we komen er nooit meer vanaf zo ruig als de branding hier op de kust is. We houden een korte drijfpauze om even wat te eten, de deelnemers geven aan toch graag wel even een stop te willen maken om de benen te strekken. Na een 3 uur varen laten we de strekdammen achter ons en op een goed moment lijkt de branding wat minder te worden. Thierry en ik overleggen even en bespreken de procedure om aan land te gaan. Thierry gaat als verkenner vooruit. Handig speelt hij met de golven om dan alsnog verrast te worden en gaat om, hij rolt weer op en even later staat hij op het strand. Één voor één stuur ik op aangeven van Thierry de deelnemers naar de kust. Niet surfen en gecontroleerd landen is het advies. De dame geeft aan niet handig te zijn in de branding en dat ze een beetje bang is. Toch gaat ze, vlak voor de kust gaat ze om, ze verlaat de boot en zwemt naar de kust, geen probleem. Even later staan we aan de koffie en thee in de zon. We bespreken hoe we het strand gaan verlaten, Thierry als eerste. Voor ik er erg in heb zit Hans al in zijn boot en begint door de branding te varen. Hij is even vergeten wat we net gezegd hebben en krijgt een aantal brekers vol op zich het kost hem veel kracht om op de open zee te komen. Al gauw sta ik als laatste op het strand. Voor ik het spatzeil dicht heb duwt een golf me dwars op het strand. Opnieuw beginnen dus en met enige krachtinspanning lukt het om los te komen en zoek ik een weg om door de brekers te komen. Het lukt bijna, een laatste golf dumpt een enorme lading over me uit het kost veel kracht maar het lukt en even later voeg ik me weer bij de groep. We hebben nu een andere achterblijver hij blijkt zeeziek te zijn de krachtinspanning om van het strand af te komen en door de branding te varen is blijkbaar te groot geweest. Hij gaat steeds moeizamer varen, ik geef hem advies om aan land te gaan en dat we hem later ophalen. Hij wil hier niet van horen. Thierry en ik lossen elkaar af om bij hem in de buurt te blijven. Met een gemiddelde snelheid van 4.5 Nm. Schieten we ondanks alles toch goed op en komt het gat tussen Texel en Vlieland in zicht. De zieke begint nu te braken ik geef hem aan dat nu de laatste kans is om aan land te gaan je kan vanaf dit punt naar de camping lopen, hij wil er echter niets van weten. De sterke stroom heeft nu vat gekregen op zijn boor en die van Thierry en ze dreigen op de strekdam te lopen. De rest van de groep vaart veilig bij de noord kardinaal alleen Auke, Thierry en ik zijn achter gebleven. Pak je sleeplijn en haak aan. Op dit moment beseft Hans dat het niet goed gaat en weet de energie op te brengen om vrij te varen van de dam en zich bij de rest van de groep te voegen. We varen het Engelschmangat in. Het water is onstuimig het is nu een kwestie van blijven zitten, de sterke stroom doet de rest. In het Robbengat wordt het rustiger en kunnen we rustig aanlanden op het strand van de Robbenjager. De helft van de tocht zit erop. Zondag 3 juni staan we om 08.30 klaar aan op het strand. Iedereen is op tijd. We varen richting de gele ton van RG Vriendschap om vandaar de staken te volgen om dan om het verboden gebied Vlakte van Kerken te varen. De beloofde wind mee hebben we niet en we schieten niet erg op. Ter hoogte van de V3 gaan we pal zuid varen, moet kunnen dacht ik maar op een goed moment schraapt de peddel over het zand hierop verleggen we de koers oostelijk om meer water onder de boot te krijgen. De kentering is al geweest en moeizaam komen we vooruit. Gelukkig wordt het weer wat dieper zodat het varen weer wat lichter wordt. We pikken de staken van Scheer op en volgen het Vaarwater naar De Cock dorp. De IJzeren Kaap staat stoer aan de horizon. Het is behoorlijk regenachtig en koud dus besluiten we niet op het surfstrand maar in de haven van Oudeschild te pauzeren. Eenmaal terug op het water varen we bij het verlaten van de haven een koers van 150 graden Ik wil oostelijk van de haven Den Helder uitkomen. Een visserschip meld dat hij kano’s ziet op het Malzwin dat zijn wij dus. Bij de M5 meld ik me aan bij de VC. We passeren de haven. Volgens mij ligt de veerboot gereed voor vertrek. Opnieuw roep ik de VC op en die adviseert ons in de voorhaven even te wachten. Na een paar minuten stijgen er zwarte rookpluimen op uit de schoorsteen van de veerboot en even later schuift het gevaarte de veerhaven uit. We kunnen nu op ons gemak naar Lands End varen voor het einde van de tocht. De ebstroom loop hard en het water staat al zo laag dat we niet op het zand kunnen landen. We passen de Berbee uitstap toe en minuten later staat iedereen op het droge. Voor de briefing krijgen we Roze hoek in het hotel toegewezen. Onder het genot van een drankje praten we nog even gezellig na.

Saturday, June 9, 2012

Een Aai Over De Bollen

Zaterdag 19 mei Den Oever – Huisduinen. Tocht lengte 17 Nm Wind: Zuidwest 4 Bft Eerst regen later zonnig Hoogwater Harlingen 09.24 uur Rob heeft een planning gemaakt. Het lijkt een interessante tocht te worden. Omdat we niet rond varen starten Rob, Ria en ik in alle vroegte om de auto´s gesplitst weg te zetten zodat we ´s middags vanuit Huisduinen naar Den Oever kunnen rijden om de andere auto´s op te halen. Om 09.00 uur staan we klaar in de haven van Den Oever en geeft Rob een korte uitleg over wat de bedoeling is. Het regent niet maar het zit er tegenaan. Met een ploeg van 8 mensen varen we de haven uit om de rode boeienlijn te gaan volgen te beginnen bij de O 8 met de Boerenplaat rechts van ons. Het is behoorlijk druk op het water, zeilboten, sportvissers en beroepsvaart ploegen in alle vroegte door het zilte nat. Hierdoor ontstaat enige beroering in het overigens vlakke water. We volgen het Vissersgaatje om daarna het vaarwater over de Bollen op te zoeken. Rob doet uit de doeken dat hij op de Bollen de lunch wil gebruiken. Ah, dat is leuk maar hoe die te vinden. De oplossing is simpel. Vaar vanaf de B2a een koers van 300 graden en na 20 minuten kunnen we ons hapje en drankje gebruiken. Was dat maar waar. Nergens is ook maar een droog stukje land te zien of het moet Texel aan de horizon zijn. 16 ogen turen over het water. En dan opeens 1 meter onder het oppervlak krast er een peddel over het zand, niet heel handig om nu uit te stappen. Eigenlijk is dit wel logies ook. Een snelle groep die tussen de 4 en 5 Nm vaart zijn gewoon te vroeg. Het wordt een korte drijfpauze. Er wordt besloten om de lunchplek te verleggen naar de Hors. We zetten koers naar Texel. De ebstroom loopt inmiddels stevig en op de Texelstroom waar de wind tegen de stroom staat wordt het leuk ruig. Voor degene die niet vaak op zee gevaren heeft is het even wennen maar de andere genieten volop. Gelukkig is het niet druk op de Texelstroom en kunnen we elkaar iets meer ruimte geven om met de golven te spelen. We passeren de NIOZ haven en even later het veer naar Texel om net voorbij de Mok baai aan land te gaan voor de lunch. Het weer is opgeknapt en de zon schijn volop. De warmte doet de spieren goed. We hopen nog wat golven te kunnen pakken op het Marsdiep of de Helsdeur maar dat zit helaas niet mee. Een leuk toetje zit er helaas niet in maar het hoofdgerecht op de Texelstroom was heerlijk.

Sunday, May 6, 2012

Spelen in de golven

Zondag 6 mei. Marifoon weerbericht: bewolkt 10 graden. Wind Noordoost 5 Bft . Laagwater Den Helder 14.56 uur. Om 08.00 uur staan we klaar voor vertrek bij Kanowaard. J. D. B. en ik staan te schrapen om weg te gaan. Het plan is om van Huisduinen naar de Noorderhaaks te varen om dan via de Noordoost hoek het mollengat over te steken en naar de hors te varen. Om niet te veel stroom tegen te krijgen moeten we vroeg vertrekken. Iets over 09.00 uur zitten we op het water en steken we van wal. R. Zou ons aanmelden bij de V.C. maar komt er op het water achter dat ze dat even vergeten is. Soepel balancerend in de golven doet ze als nog verslag aan de V.C. van onze bedoelingen. Goede vaart over en sluiten. Met een koers van 300 graden steken we de Breeweid over om bij de S 12 uit te komen vanaf daar gaat het noordwaarts. In het keerwater van de Razende Bol maken we flink vaart en al snel komen de schuimkoppen van de clapotis aan de Noordoost hoek zicht. Hier gaat het om. De staande golven ontstaan door dat hier op de noordoosthoek de stroming van het Molengat het Marsdiep en de Breeweid bij elkaar komen.

De opspattende golven boezemen ontzag in. Toch zijn de golven relatief onschuldig, het zijn geen brekers en ze rollen niet om maar het is een aparte ervaring als je boot op een goed moment wordt opgetild en je ruim over de golven en de andere spelers heen kunt kijken. Het volgende ogenblik kijk je tegen een muur van water aan en is er ook niets anders te zien dan water. Het is de kunst om je evenwicht te bewaren en er voor te zorgen dat als je wordt opgetild je peddel contact houdt met het water zodat je geen lucht gaat scheppen en je steun kwijt bent. Na 20 minuten wordt het iets rustiger, en kunnen we weer een beetje op adem komen. We plannen de koffiestop op De Hors in plaats van Lands End het is goed om de spieren even rust te gunnen.
Het is best koud in de straffe wind dus besluit J. een beachshelter op te zetten. Op de openruimte met een windje van 5 Bft blijkt dit nog een hele kunst te zijn. Het wild flapperende doek laat zich met moeite temmen maar als B. zich opwerpt als anker te fungeren is de strijd snel beslecht en kunnen de kopjes koffie en de broodjes in de luwte genuttigd worden. Mooie liedjes duren niet lang. De shelter laat zich verbluffend snel inpakken en kort daarop dobberen we alweer in de golven. Met een koers van 150 graden schuiven we tussen de T 12 en de S 14 door. Met een flinke schuimsnor voor zijn boeg lijkt de laatste boei erg snel te varen. Zo ruig als het was zo rustig wordt het nu na de kentering als de stroom en de wind uit dezelfde richting komen. Ik kan het niet laten om nog even achter de S 11 in het keerwater te kruipen en de majestueuze ton even met de punt van mijn boot te raken, het is bijna een aai als dank voor een prachtige tocht.

Monday, April 23, 2012

Masterclass Tochtleiden

21-04-2012

Onder leiding van masterclassdocenten Thierry en Nico spreken we een masterclass ‘tochtleiden’ af op de Waddenzee. De leerling ben ik zelf. De door mij georganiseerde en geplande tocht gaat van Den Oever naar Den Helder om ervaring op te doen voor een tocht met deelnemers, die overigens voor vandaag ook waren uitgenodigd, maar allen andere bezigheden hadden. Wellicht speelde de weersvoorspelling hierbij een rol, die in het begin van de week nog ZW 5 a 6 bft met 90% kans op regen was. Gaandeweg werd deze voorspelling gunstiger: vrijdagavond marifoonberichten ZW 3 a 4 bft. Er hadden dus best meer mensen meegekund, dacht ik bij mezelf. Ik mailde Thierry en Nico dat de tocht zou doorgaan, we hadden er zin in.
Thierry zou rechtstreeks naar Den Oever gaan, Nico en ik gingen ieder met een eigen auto via Den Helder om daar een auto achter te laten. ’s Morgens voor vertrek had ik nog even de Marifoonberichten bekeken, tot mijn grote ergernis stond er nu een onweer waarschuwing voor de meeste vaargebieden, behalve Texel. Zou ik de tocht afblazen? Nico zag de tocht echter vol vertrouwen tegemoet: “De kans dat wij daarmee worden geconfronteerd is niet zo groot, laten we maar gewoon lekker gaan varen”.

Den Oever-Den Helder

In Den Oever maakten we ons gereed en legden de kajaks inclusief uitrusting klaar op de steiger. Ik nuttigde nog snel een banaantje en wist wat mij te doen stond; ons keurig aanmelden bij de Kustwacht Den Helder, die ons ook zou melden bij de Verkeerscentrale. We zouden ons naar verwachting om 15 uur weer melden in Den Helder. Ook hield ik de briefing; we zouden op stemgeluid bij elkaar blijven, we zouden indien nodig op Marifoonkanaal 77 communiceren en ik legde de te varen route uit. Er waren geen vragen. De uitrusting van de masterclassdocenten zag er picobello uit en we konden te water.
Thierry vond het toch wat fris en wilde even zijn kanomoffen pakken. Dat was maar goed ook, want toen we de haven uit voeren, werden we geconfronteerd met een fikse hagelbui. Op twee boeien langs de route ontbak de belettering. Als ik alles goed gevolgd had, moesten we bij W5 aangekomen zijn, hier kon je naar het Westen varen naar het Amsteldiep, tussen de zandplaten door. Ik twijfelde; hoewel het zicht goed was, ik zag in de verste verte de staken niet. Masterclassdocent Thierry schoot te hulp: “Kijk eens op de kaart, naar de afstand en vaarrichting. Welke koers zou dan het meest veilige zijn en hoe lang zouden we er dan over doen”? Ik gaf het juiste antwoord en we konden verder. We kwamen de staken vanzelf tegen. Sommige waren aan vernieuwing toe, we zagen nog net een tak op het water liggen. Na een korte drijfpauze zetten we onze tocht voort richting Marsdiep.
Op het Marsdiep aangekomen kregen we meer tegenwind en de golven waren iets hoger geworden (stroom tegen wind). Doordat ik tijdens de pauze even op het achterdek had gelegen, was mijn rugband onder het zitje geraakt en miste ik steun in de rug. Ik kon hierdoor geen fietsbeweging meer maken. Ik besloot mijn buikspieren eens flink te trainen, maar merkte gaandeweg dat ik steeds meer op mijn armen ging varen. Ik had trek gekregen en we lasten een drijfpauze in. Ik had nauwelijks gegeten en de reep gaf nog niet direct energie. De masterclassdocenten moesten mij motiveren om vooral door te varen, want de stroomsnelheid nam af. Ik schakelde mijn gedachten uit en trok alles uit de kast. Gelukkig naderden we de kade, zodat we in de luwte konden varen. Ik had ‘de tong op het spatzeil’, maar we waren keurig op tijd in Den Helder aangekomen. Zouden we dan straks nog terugvaren naar Den Oever? Nah….
Bij Landsend kregen we van Ronald en een kennis van Thierry de uitnodiging voor een borrel, waar we dankbaar gebruik van maakten. Na afmelding bij de Kustwacht en Verkeerscentrale konden we ons omkleden en even later zaten we aan de koffie. Ik bespeurde overigens bij de Masterclassdocenten ook vermoeidheid. Zij genoten later zichtbaar van een Skuumkoppe en ik van een klein fluitje. Ik doezelde bijna weg, het zonnetjes was inmiddels gaan schijnen.
Welke wijze les heb ik geleerd van deze Masterclass?
Zeg je overwegingen niet hardop, dat zou op deelnemers onrustig kunnen overkomen. Handel kordaat en wees duidelijk over beslissingen (zelfverzekerd). Wees goed verstaanbaar over de te varen koers. Eet en drink voldoende vooraf, maar ook onderweg. Als je merkt dat je trek krijg, is het te laat. Het was achteraf gezien een optie om de pauze op de zandplaat bij het Amsteldiep te houden. Zorg dat je uitrusting op orde is (rugleuning goed vast zetten), zodat je technisch goed kunt varen omwille van het uithoudingsvermogen. Verder was mijn planning keurig, we kwamen klokslag om 15 uur op het strandje aan.
Afijn, oefening baart kunst! Wanneer gaan we weer? Met dank aan de Masterclassdocenten.

RiaD.

Tuesday, April 10, 2012

Huisduinen – Oudeschild

Op donderdag 5 april zit een groep van 7 enthousiaste grootwatervaarders een tocht te plannen voor de tweede paasdag. Het getij is goed en een tocht van Huisduinen naar Oudeschild behoort tot de mogelijkheden. Het is springvloed en met een zuidwesten wind van 4-5 Bft kan het een leuk tochtje worden.
Echter zijn de windverwachtingen erg onzeker en wordt er ook een planning gemaakt om naar Het Kuitje te varen. En als laatste optie komt de mogelijkheid om naar het IJsselmeer te gaan en van Medemblik naar Buurtjes Haven te varen.
We wachten het marifoon weerbericht van zondag 20.00 uur af om een definitieve beslissing te nemen wat er gevaren gaat worden.

Zondag avond is het al snel duidelijk dat er niet zout gevaren gaat worden.

Verwachting van 08:00 tot 20:00 uur:
Vlissingen Hoek van Holland IJmuiden
zuidwest 4-5, toenemend 5-6, mogelijk 7,periode met regen, zicht goed, in neerslag matig
Zierikzee IJsselmeer Marken
zuidwest 4-5 toenemend 5-6,periode met regen, zicht goed, in neerslag matig

Texel Rottum Delfzijl Harlingen
zuidwest 4-5, toenemend 5-6,periode met regen, zicht goed, in neerslag matig

En zo staan er dus maandagochtend om 10.45 uur 6 mensen gereed om het water op te gaan.
Het is nog redelijk rustig en het regent niet. Eenmaal de haven uit staan er toch leuke golven, helaas te laag om er lekker op te kunnen surfen maar toch een mooie seizoen opening. Na anderhalf uur lekker peddelen landen we op het strandje van Buurtjes Haven en in de luwte is het goed toeven om de lunch te nuttigen.


De wind trekt iets aan maar we varen meer onder de kust de golven zijn nu iets lager dan de heenreis. De marifoon geeft regelmatig meldingen door IJsseleer 6 Bft, Texel 7 Bft. We hebben de juiste keuze gemaakt.
Opeens gaat er iemand om en nog geen tel later een tweede. Reddingen worden snel en met duidelijke aanwijzingen uitgevoerd. Was dit nu opzet?
In de voorhaven aangekomen wordt er weer gerold en gesculd .
De tuimelaars blijken opeens heel goed te kunnen eskimoteren. Je vraagt je toch af?
De evaluatie vindt plaats in een gezellig kroegje met een warme kachel in Medemblik en zoals het hoort worden de verhalen gaande weg sterker en sterker.

Saturday, January 28, 2012

Medemblik - Buurtjes Haven

Zaterdag 21 januari 2012
Wind west zuidwest 6 Bft
Bewolkt met buien

Een paar dagen geleden kwam er een mail. Lang geleden dat ik gevaren heb, drukte daarna 5 weken vakantie en nu weer druk. Ik heb zin om te varen. Het doet me goed om na zo’n lange tijd weer eens iets van Rob te lezen.
Zelf vaar ik nog iedere week, klein binnenwater maar toch genoeg om de conditie op peil te houden. Ik pak de getijden tabel erbij om eens na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Al snel blijft Het kuitje naar Huisduinen over. De voorspellingen voor het weer zijn niet gunstig maar aangezien men het weer maar moeilijk ver vooruit kan voorspellen neem ik een afwachtende houding aan. Op mijn beurt stuur ik een mail rond met een uitnodiging aan een aantal mensen om mee te varen.
Zodoende staan op zaterdag Bart, Rob en Nico in Medemblik klaar om het water op te gaan.
De ongunstige voorspelling is uitgekomen en het is niet verstandig om de zee op te gaan.
We wilden op de heenweg schuin tegen de wind invaren maar de aangegeven west zuidwesten wind is duidelijk een west noordwest geworden. Uit de beschutting van de haven voelen we de wind flink in de rug duwen. Golven waarop het door de hoogte goed surfen is maken het feest compleet en binnen het uur leggen we de 3 Nm. af om op het zand van Buurtjes Haven veilig aan land te gaan.
We maken de pauze niet lang om niet teveel af te koelen. Eenmaal terug op het water voelen we dat de wind sterk is toegenomen. Op hetzelfde moment besluiten we alle drie om dicht onder de wal te blijven. In dit gedeelte van het IJsselmeer zijn een aantal eilandjes aangelegd we kunnen ze mooi gebruiken om uit de wind te varen.
De zon was eerst nog te zien maar al snel pakken de wolken zich samen tot een gitzwarte lucht. We varen even niet in de beschutting van een eiland als de hemelsluizen opengaan en de wind tot stormachtig aantrekt. We maken ons zo klein mogelijk en peddelen noest door maar een blik opzij leert ons dat we eerder achteruit gaan dan vooruit.
We hoeven niets te zeggen maar begrijpen alle drie dat we beschutting moeten zoeken. Met een uiterste krachtsinspanning weten we het volgende eiland te bereiken.
Enigszins beschut komen we iets beter vooruit dit gedeelte blijkt doodlopend te zijn terug gaan is geen optie wetende dat we daar weer volop aan de elementen bloot zullen staan.
Gelukkig is er een plek waar we redelijk goed kunnen uitstappen. We trekken de boten bij de dijk op en moeten onze nederlaag erkennen, of toch niet. Tijdens de discussie of we terug gaan lopen of dat we een taxi moeten bestellen trekt de bui over en luwt de wind aanzienlijk. Een 100 meter verder kunnen we de boten op een zandstrand eenvoudig te water laten. Zo gezegd zo gedaan en een half uur later zitten we weer onder een waterig zonnetje op het water.
Er is veel veranderd in Medemblik er wordt een nieuwe haven aangelegd er is veel zand en klei gestort we laveren door ondieptes. Uiteindelijk moeten we toch via de vaargeul die met felle rode en groene tonnen wordt gemarkeerd onze weg vervolgen.
Bij het eindpunt kan Rob het niet laten even te scullen. Ik heb het gehad het water is me te koud.
Het blijft in mijn hoofd spelen dat we de juiste beslissing hebben genomen niet te ver uit de kust te varen. Met stormachtige wind blijft het IJsselmeer verraderlijk. Gelukkig hadden we genoeg escapes en hebben op tijd besloten daar gebruik van te maken.